Een 27ste plaats in de Dubai Desert Classic, 36ste in Ras al Khaimah en zondag een 18de plaats in het Bahrain Championship. Als golfer wil je natuurlijk altijd meer, maar het zijn prima resultaten. Al moet ik zeggen dat ik in Bahrein met een rotgevoel van hole 18 van de Royal Golf Club stapte. Ik miste een putt van ruim een meter voor birdie en dat is altijd zuur. Ik maak in die laatste ronde 67 en dat had een stuk lager kunnen zijn want ik sloeg veel ballen dicht bij de hole.
Zeker door dat gemiste puttje stap je dan gefrustreerd de baan af. Dat duurt dan een tijdje, maar als ik terugkijk op de drie toernooien in Dubai, Ras Al Khaimah en Bahrein, dan heb ik duidelijk stappen gezet.
Ik heb een paar kleine aanpassingen in mijn swing doorgevoerd, vooral om beter uit de voeten te kunnen in de wind. Dat werpt nu al duidelijk z’n vruchten af. De banen in de woestijn liggen mij niet echt, daarom ben ik met de drie ruim gehaalde cuts en momenteel een 43ste plaats op de Race to Dubai niet ontevreden. Vooral ook, omdat ik merk dat er de komende weken en maanden nog veel meer mogelijk is.
Ik heb besloten deze week niet te spelen in Qatar. Ik heb drie cuts gehaald en dan zijn het lange weken en ik heb ook mijn zoon Dex thuis die ik graag wil zien. Nu dus even lekker thuis en veel trainen en dan begin ik eind februari weer in Kenia.
Ook in het Genesis Championship in Korea speelde ik goed, maar ook nu weer net teveel fouten om voor de titel te kunnen gaan op zondag.
Zesde in India. Mijn spel voelt heel goed en ik kijk erg uit naar de laatste drie toernooien.
De Alfred Dunhill Links en het Spaans Open, twee toernooien met verschillende gezichten maar ook overeenkomsten.