11 maart 2016
11 maart 2016
Maak een goede birdie op 1. Op 3 en 4 mis ik van drie meter. Op 5 maak ik birdie en op 6 heb ik een tap-in voor birdie na een goede pitch. De parren op 7 tot 9 waren goed en op 10 rolt de birdie van 3 meter er net niet in. Op dertien sla ik na een fantastische drive mijn houten drie net over de green. Heb een vrij makkelijke chip, maar sla gewoon een ordinaire duff en dan moet je ineens vechten voor je par. Gelukkig maak ik die nog wel maar het was niet best die chip. Na een par op 14 sla ik op 15 mijn drive net rechts tussen de bomen, raakt een paraplu van een meisje die niet tegen de zon kon, stuitert terug en ligt tegen een hele dikke boomwortel aan. Kon niet terug zijwaarts en eigenlijk ook niet naar voren. Ik hak de bal 30 meter verder in de rough, sla mijn wedge op de green. De putt van tien meter wil ik te graag maken en rol hem anderhalve meter voorbij de hole en dan staat er ineens een dubbel op de kaart uit het niets. Dit is strooien met slagen en niet nodig.
De birdieputts op 16 en 17 gaan er langs. Op 18 maak ik nog wel een twee-putt birdie, maar heb wederom het gevoel dat ik minimaal twee slagen heb laten liggen.
Ik was er vanwege mijn schouderblessure heel kort uit, maar een vijftiende plaats in het Iers Open was toch extra lekker.
Ik wilde deze week heel graag de British Masters spelen maar een schouderblessure houdt me helaas een paar weken aan de kant.
Winnen zat er niet in, maar een vierde plaats in het BMW International Open is ook een mooi resultaat. Maar dat foutje op hole 14...