9 augustus 2020
9 augustus 2020
De cut halen in een major is op zich natuurlijk niet slecht, maar met een 51ste plaats kan ik natuurlijk niet tevreden zijn. Mijn swing voelde drieënhalve ronde in het US PGA Championship eigenlijk niet echt goed. Ik miste te veel fairways en zeker op de lange par-4 holes van Harding Park kom je vanuit de dikke rough bijna niet op de greens en ga je slagen inleveren. Als ik de fairways vond, waren mijn ijzers naar de green vaak niet scherp genoeg om voldoende kansen op birdie te creëren. Vooral zaterdag leverde ik flink in met een ronde 73 met vier bogeys en slechts één birdie.
Zondag was ik na 9 holes +3 voor de ronde, maar daarna paste ik mijn swing iets aan en ging het lopen. Ik kortte mijn backswing wat in en sloeg de ballen daardoor opeens wel op het doel. Met vier birdies eindig ik met een ronde 69 (-1) en een totaal van +1. In ieder geval een goed slot van deze major die door het gebrek aan publiek nooit echt als een major voelde, je mist toch sfeer op de baan. Heel positief is in ieder geval dat de laatste 9 holes die ik in -4 speelde, mijn beste negen holes zijn in lange tijd. Dat goede gevoel neem ik mee naar Wales voor de Celtic Classic van deze week.
Het Schots Open en The Open hebben met twee gemiste cuts niet gebracht waarop ik had gehoopt. Vooral de putter liet me in de steek.
De week begon heel mooi met de positieve uitkomst van de rechtszaak tegen NOC*NSF, maar ik merkte wel dat de energie en de focus daardoor minder waren in het BMW International Open.
Een vijftiende plaats in het KLM Open is een redelijk resultaat, maar wat mij vooral zal bijblijven was de steun van het publiek.